arrow_rightarrow_righticon_excelicon_pficon_ppticon_wordmagnifier

Programma 2023 donderdag

donderdag 02 nov

09:00

Registratie en ontvangst deelnemers

09:45

Opening door voorzitter V&VN VS

Inge Rinzema

Plenair programma || 10:00 - 11:10

10:00

Uitreiking Els Borst Prijs

Dirk Borst

10:20

Presentatie winnaar Els Borst Prijs 2022

Karin den Boer

10:40

Context van de samenleving

Michelle van Tongerloo

11:10

Ochtendpauze

Netwerken, koffie, thee en lekkers

11:40

Parallelronde 1

Parallelronde 1 || Hybride sessies

Deze sessies worden hybride aangeboden (zowel online als fysiek op locatie)

11:40

1.01 De invloed van overheidsbeleid en context op het aannemen en opleiden van VS-'en

Ellen Dankers- de Mari

Ellen Dankers- de Mari, Promovenda Radboudumc, Nijmegen, Nederland
Programmasecretaris Capaciteitsorgaan, Utrecht, Nederland

Hoe is overheidsbeleid van invloed op het aannemen en opleiden van verpleegkundig specialisten binnen zorgorganisaties? Welke rol spelen stakeholders, arbeidsmarktfactoren en organisatiegrootte? Waarom worden er in sommige sectoren relatief veel verpleegkundig specialisten ingezet en in andere sectoren minder? Hoe kan je als verpleegkundig specialist invloed uitoefenen op het aannemen en opleiden van verpleegkundig specialisten binnen de zorgorganisatie(s) en sector waar je werkt?

Deze en andere vragen worden beantwoord in deze presentatie. Ellen Dankers deelt de bevindingen van onderzoek naar het besluitvormingsproces binnen zorgorganisaties over het aannemen en opleiden van verpleegkundig specialisten AGZ en Physician Assistants (PA’s). Naast overheidsbeleid gericht op de inzet en het opleiden van verpleegkundig specialisten en PA’s zijn ook de context van de sector en zorgorganisatie van invloed.

Of overheidsbeleid en context van invloed zijn op het besluitvormingsproces hangt af van de mate waarin zij bepaalde mechanismes in gang zetten bij betrokken bij het besluitvormingsproces. Draagt beleid of context bij aan de bekendheid van verpleegkundig specialisten en PA’s en het vertrouwen van artsen? Sluit het aan op de behoeftes en doelen van een zorgorganisatie? En worden ervaren barrières door beleid en context verwijderd of verlaagd?

Deelnemers worden uitgenodigd om zelf na te denken over hoe de context van de zorgorganisatie(s) waar zij werken van invloed is op het aannemen van collega’s. Het onderzoek richt zich op de algemene gezondheidszorg, maar de overkoepelende conclusies en bevindingen die aan de orde komen in de presentatie zijn te generaliseren naar, en daarmee ook relevant voor, de GGZ.

3 leerdoelen:

  • Deelnemers weten hoe overheidsbeleid van invloed is op het besluitvormingsproces binnen zorgorganisaties over het aannemen en opleiden van verpleegkundig specialisten.
  • Deelnemers weten welke contextfactoren op sector- en op organisatieniveau van invloed zijn op het aannemen en opleiden van verpleegkundig specialisten binnen zorgorganisaties.
  • Deelnemers weten hoe verpleegkundig specialisten zelf invloed kunnen uitoefenen op het aannemen en opleiden van collega’s binnen de zorgorganisatie(s) en sector waarin zij werken.

11:40

1.02 Erfelijkheidsonderzoek bij kanker en de rol van de VS hierin anno 2023

Paul Gundlach en Tanja Nuiten

Netwerk VS genetica
Paul Gundlach, Verpleegkundig specialist AGZ, klinische genetica, Erasmus MC, Rotterdam, Nederland

Tanja Nuiten, Verpleegkundig specialist AGZ, klinische genetica, Erasmus MC, Rotterdam, Nederland

De afdeling klinische genetica is gespecialiseerd in onderzoek en advisering bij erfelijke ziekten en aangeboren afwijkingen.

Mensen kunnen op ons spreekuur Erfelijkheid en kanker (Oncogenetica) terecht met vragen over een mogelijke erfelijke oorzaak van kanker bij henzelf of in de familie.

Wij bespreken ook de mogelijkheden voor controle en preventie. De uitkomst van DNA-onderzoek kan ook belangrijk zijn voor de behandeling (keuze chemotherapie, preventieve chirurgische opties).

De afgelopen jaren is de inbreng van de verpleegkundig specialist binnen de klinische genetica sterk toegenomen. Het aantal verwijzingen naar de afdeling is de afgelopen jaren fors gegroeid.

Op onze afdeling werken thans zes verpleegkundig specialisten en drie VIOS.

Wat als de context verandert voor iemand met kanker na de uitslag van erfelijkheidsonderzoek?

Hoe willen we dit vorm geven binnen de workshop? Aan de hand van een drietal casussen (borstkanker, darmkanker en melanoom) verzorgen we een interactieve les over wat een consult (ook wel ‘counseling’ genoemd) op onze afdeling inhoudt.

We bespreken de (familie)ziektegeschiedenis die weergegeven wordt in een stamboom en doen lichamelijk onderzoek. Wij kunnen na dit eerste onderzoek vaak al beoordelen wat bij iemand de kans is op een erfelijke aanleg voor kanker alvorens DNA-onderzoek wordt ingezet.

Als er een erfelijke aanleg voor kanker aangetoond wordt, komen familieleden in aanmerking voor erfelijkheidsonderzoek. DNA-onderzoek bij gezonde personen geeft een andere context aan de zorg die we bieden. Mensen met een (risico op) erfelijke aanleg voor kanker, komen vaak in aanmerking voor gerichte controles of preventieve ingrepen.

Binnen de workshop gaan we uiteraard in op de rol van de verpleegkundig specialist binnen de oncogenetica.

De leerdoelen zijn als volgt:

  • Wanneer komt iemand in aanmerking voor erfelijkheidsonderzoek?
  • Hoe verloopt een counseling?
  • Wat zijn de mogelijkheden van DNA-onderzoek en tumoronderzoek?
  • Wat zijn mogelijke uitkomsten van DNA-onderzoek?
  • Wat is de rol van de verpleegkundig specialist?

11:40

1.03 Onbevreesd en onbevangen omgaan met psychose

Jeroen Zwaal

Jeroen Zwaal

Wat is psychose als fenomeen? Is het een ziekte? Is het mentaal? Of is het lichamelijk een disbalans in de hersenen? Of is het genetisch bepaald? Of heeft de omgeving er ook mee te maken?

Het is allemaal waar. Én er komt nog iets bij. Daarover vertel ik graag, waarbij ik inzoom op mijn eigen levensloop en mijn gezin van herkomst. Én daarna uitzoom naar het grotere systeem: de samenleving.

In mijn presentatie schets ik een verhaal dat gaat over trauma en transgenerationele overdracht. Dat psychose ook een vorm is van ‘door trauma heen gaan’ en dat via de psychose bijna niet te begrijpen spanning aan de grond te brengen is. Zo heb ik mijn vijf psychoses in een context weten te plaatsen, waardoor ik ze kon doorgronden.

In mijn verhaal zit naast mijn kennis van de opleiding Social Work (SPH) óók het systemisch werken en het werken met familieopstellingen verweven.

Ik neem de deelnemers van dit congres graag mee op deze grillige én mooie reis, ondersteund met kleurrijke creatieve beelden die ik onderweg maakte.

Deelnemers hebben na afloop:

  • ‘Struggle based’ kennis opgedaan over psychose.
  • Psychose leren zien vanuit hernieuwde kaders.
  • Meer begrip voor het fenomeen psychose.
  • Minder eigen angst bij het fenomeen psychose.
  • De psychose óók leren zien in de context van een geslaagd herstelproces.
  • Concrete tips meegekregen die bevorderend werken in het wederzijdse contact en de communicatie.
  • Het belang van naasten in te zien.
  • (Bonus) Inzicht verworven over psychose gerelateerd aan creativiteit, spiritualiteit en zingeving.
  • Inspiratie opgedaan de samenleving binnen hun werkomgeving trauma-sensitief in te richten.

11:40

1.04 Bekostigingskader medisch-specialistische zorg (msz) en mogelijkheden registratie van zorg door de VS

Mr. drs. Aliënde van Goor en Drs. Lisa van Bentum

Mr. drs. Aliënde van Goor, Jurist gezondheidsrecht, Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Utrecht, Nederland en verpleegkundig specialist AGZ
Drs. Lisa van Bentum, Beleidsmedewerker medisch specialistische zorg, Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Utrecht, Nederland

Deze sessie richt zich op de VS werkzaam in de context van de medisch specialistische zorg.

Algemene opening

  • NZa als Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) met de directies en verschillende sectoren gezondheidszorg.

Specifiek deel

  • Bekostiging medisch specialistische zorg.
  • Bekostigingskader en in die context de registratie van zorg door de VS (incl. praktijkvoorbeelden).
  • De Beleidsregel Innovatie en de Facultatieve Prestatie.
  • Bekostiging Passende Zorg.

Afronding met een discussie

Leerdoelen:

  • Uitbreiden van kennis m.b.t. de bevoegdheden en werkzaamheden van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
  • Uitbreiden van kennis m.b.t. het bekostigingskader medisch-specialistische zorg (msz)
  • Uitbreiden van kennis m.b.t. de registratie van zorg door de VS (en PA) binnen de context van het bekostigingskader medisch specialistische zorg

11:40

1.05 CSV, wat kun je ermee?

Iris van Bennekom en Lucyl Verhoeven

Iris van Bennekom, Voorzitter CSV, Utrecht, Nederland
Lucyl Verhoeven, Vice-voorzitter CSV, Utrecht, Nederland,
Verpleegkundig specialist AGZ, afdeling longgeneeskunde, Jeroen Bosch ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch, Nederland

Weet jij wat het College Specialisme Verpleegkunde (CSV) voor jou als VS kan betekenen? Welke veranderingen zijn er gedaan en worden er ingezet?

De ontwikkelingen in de zorg, maatschappij en ook binnen ons beroep de Verpleegkundig Specialist zijn dynamisch te noemen!

Om de kwaliteit van zorg en het beroep hoog te houden is het belangrijk om samen te werken met andere professionals en goed te weten wat iemand kan, mag en doet. Daarbij heeft de rol van de verpleegkundig specialist veel potentie, maar zijn er ook valkuilen. Hebben we daar al een duidelijk beeld van? We zien een toenemende vraag naar verpleegkundig specialisten, maar kunnen we het beroep overal in zijn volle omvang uitvoeren; waar juist wel of waar juist niet? Is er al sprake van een herkenbare identiteit als VS? En tot slot: in de praktijk horen wij nog veel vragen over wat de positie van de verpleegkundig specialist nu is en hoe het beroep echt tot zijn recht kan komen.

In de workshop vertellen we meer over het CSV en kijken we met elkaar naar de consequenties van de ontwikkelingen in de maatschappij en zorg en op welke wijze de verpleegkundig specialist hier een bijdrage aan kan leveren. Hoe zien we de rol van de Verpleegkundig Specialist in de volle breedte van het beroep; nu en in de toekomst. En wat hebben we nog nodig om bij te dragen aan de uitdagingen waar de zorg voor staat? Als CSV willen we via de wet- en regelgeving het beroep verstevigen.

Het CSV wil dit graag met jullie verkennen; dus denk met ons mee!

Leerdoelen:

  • De deelnemer weet na de bijeenkomst wat de rol is van het CSV.
  • De deelnemer heeft na de bijeenkomst een beeld van de belangrijkste ontwikkelingen in de zorg, de maatschappij en het beroep.
  • De deelnemer neemt mee wat zij zelf kan doen ten aanzien van de ontwikkelingen in de zorg en de volle breedte van het beroep.
  • De verpleegkundig specialist in de context van morgen

 

Parallelronde 1 || Fysieke sessies

Deze sessies worden enkel fysiek op locatie aangeboden

11:40

1.06 De context van ADHD en ADHD in de context. Over comorbiditeit ontwikkeld door deze stoornis en de invloed van de omgeving

Anne Marie Dingenouts

Anne Marie Dingenouts, Verpleegkundig specialist GGZ, 1nP, Oud-Beijerland, Nederland

In deze sessie wordt aandacht besteed aan de vaak complexe problematiek van ADHD bij volwassenen ten gevolge van hun ontwikkeling met deze stoornis die niet onderkend werd. Dit resulteert vaak in specifieke co-morbiditeit waarbij de invloed van de omgeving ook een rol speelt. ADHD in de volwassenheid wordt nog vaak gezien als een “enkelvoudige” makkelijk te behandelen stoornis, wat zelden zo is. Het is een ontwikkelingsstoornis waardoor vanaf jonge leeftijd klachten aanwezig zijn geweest die gecompenseerd werden door patiënt en zijn omgeving. Als reactie hierop kan co-morbiditeit ontstaan zoals depressies tgv vele mislukkingen en een ontwikkeld star negatief zelfbeeld, sociale angststoornissen door overprikkeling in groepen, paniek door “kortsluiting” tgv de chaos, slaapstoornissen met bv stemmingsontregelingen en verslaving als zelfmedicatie. Deze co-morbiditeit lijkt net “even anders” dan op zichzelf staande stoornissen op dit gebied en het is van belang deze in de context van ADHD te zien en te behandelen. Protocollaire behandeling met het “eerst x stoornis behandelen en dan pas y” is vaak niet goed mogelijk en helpend.

Daarnaast speelt de omgeving/context bij ADHD een hele belangrijke rol in het wel of niet ontstaan of in stand blijven van klachten. Structurele reacties vanuit de omgeving op patiënten tijdens hun ontwikkeling zijn veelal ook factoren geweest voor overcompensatie en b.v. energieproblemen en systeemproblematiek.

Cliënten hebben hier soms te weinig inzicht in en hoeveel invloed dit heeft (gehad) op hen en hun klachten. Daarbij kunnen grote of kleinere veranderingen in hun leven kunnen grote gevolgen hebben voor hun klachten, wat voor hen ook niet altijd helder is en een onverwachte toename aan klachten kan geven. Dit kan resulteren in een toename van klachten en co-morbiditeit zoals een depressie of angststoornis. Bijvoorbeeld jongeren die het huis uit gaan en geen structuur meer hebben van hun ouders, het veranderen van werk, starten van een opleiding en bijvoorbeeld het wegvallen van een partner na een relatiebreuk kunnen een forse toename aan klachten geven die hiervoor onbewust gecompenseerd werden door de omgeving. Ook dit is van belang om mee te nemen in een behandeling en het inzetten van interventies op dit vlak nodig.

Leerdoelen:

  • Na deze sessie weet je de belangrijkste co-morbiditeit bij ADHD ontwikkeld vanuit/beïnvloedt door deze ontwikkelingsstoornis.
  • Na deze sessie weet je welke omgevingsfactoren een grote rol spelen bij het toenemen van klachten of in stand blijven ervan bij ADHD
  • Na deze sessie heb je zicht op interventies die je in kan zetten in de behandeling vanuit het perspectief van de context van ADHD en co-morbiditeit en de interactie met de omgeving.

ADHD is een ontwikkelingsstoornis waarbij contextueel kijken en behandelen nodig is. Het heeft specifieke gevolgen m.b.t. co-morbiditeit als dit in de volwassenheid pas wordt vastgesteld en dus ongezien bleef.

11:40

1.07 Perifeer arterieel vaatlijden voor dummies

Sanne Karels

Sanne Karels, Verpleegkundig specialist AGZ, afdeling vaatchirurgie, Erasmus MC, Rotterdam, Nederland, Lid WCS Kenniscentrum wondzorg (commissie ulcus cruris en dermatologie)

Bijna twee miljoen Nederlanders hebben een hart- en/of vaatziekte. Als zorgverleners herkennen we waarschijnlijk allemaal de symptomen van een hart- of herseninfarct, maar perifeer arterieel vaatlijden door verkalking van de slagaders in buik en benen, is vaak wat subtieler. Toch is het heel nuttig om dit te herkennen, bijvoorbeeld als er sprake is van invaliderende klachten, een wond op been of voet, of als er gezwachteld moet worden.

In deze sessie laat ik zien hoe je zonder hulpmiddelen een inschatting kunt maken van de aan- of afwezigheid van perifeer arterieel vaatlijden. Met je ogen, je handen en je verstand. Hoe herken je claudicatio intermittens? Wat zijn typische klachten, wat niet? En wanneer is er sprake van kritieke ischemie? Ook bespreken we kort welke vervolgonderzoeken en behandelingen er mogelijk zijn voor deze ziekte.

Leerdoelen

  • Herkennen van perifeer arterieel vaatlijden
  • Weten wanneer door te verwijzen bij perifeer arterieel vaatlijden
  • Weten wanneer wel/niet zwachtelen

 

11:40

1.08 Het belang van het bespreken van de langetermijneffecten van de vroegkinderlijke ervaringen van opgroeien met een ouder met psychische problemen

Ingrid Brummelhuis

Ingrid Brummelhuis, Verpleegkundig specialist GGZ, GGz Breburg, Tilburg, Nederland

Wereldwijd groeien miljoenen mensen op als kind van een ouder met psychische problemen (KOPP) en vele cliënten met psychische problematiek kampen met de langetermijngevolgen van het opgegroeid zijn met een ouder met psychische problemen. Opgroeien met een of beide ouders met een psychische stoornis wordt beschouwd als een adverse childhood experience (ACE), oftewel een potentieel traumatische vroegkinderlijke ervaring. ACE worden geassocieerd met stress en een verhoogd risico op nadelige gevolgen voor de gezondheid.

Naar de KOPP-kinderen en hun gezinnen is veel onderzoek gedaan, en dan met name naar (preventieve) gezinsinterventies. Echter, weinig is bekend over de langetermijngevolgen voor de volwassen KOPP-kinderen en welke interventies werkzaam zijn. In de klinische praktijk is zichtbaar dat deze kinderen ook op latere leeftijd een diversiteit aan problemen (kunnen) ervaren, op diverse levensgebieden, en dat gesprekken over de ervaringen en met name over de (mogelijke) gevolgen als helpend worden ervaren.

De gevolgen op de diverse levensgebieden vormen aangrijpingspunten voor verpleegkundig specialisten om in de hoogcomplexe zorg die zij leveren, en de bijbehorende klinische redenatie, rekening mee te houden. Gedrag van een cliënt in het heden zal meer gezien gaan worden als passende coping binnen de context van het gezinsleven en de KOPP-ervaringen als kind, een coping die in volwassenheid vaak blijft bestaan. De informatie uit deze sessie geeft de verpleegkundig specialist handvaten om in gesprek te gaan met de cliënt over de vroegkinderlijke KOPP-ervaringen.

Het doel van deze sessie is om u te informeren en daarmee meer bewust te laten worden van de (mogelijke) gevolgen van de vroegkinderlijke KOPP-ervaringen en de samenhangende langdurige stress op het psychische en sociaal functioneren en lichamelijke klachten in de volwassenheid. Wat is de samenhang/context tussen de vroegkinderlijke KOPP-ervaringen en de klachten of het gedrag in het heden. Ook krijgt u tips/handvaten om met uw cliënt in gesprek te gaan over deze ervaringen.

Leerdoelen:

  • Bent u geïnformeerd over de resultaten uit de gepubliceerde review over de langetermijngevolgen voor volwassen KOPP.
  • Bent u zich meer bewust van de transdiagnostische en intergenerationele langetermijneffecten van het opgroeien met een ouder met psychische problemen.
  • Heeft u kennis van de onderwerpen en mechanismen die van belang zijn in gesprek met uw volwassen KOPP-cliënt en de therapeutische relatie.
  • Heeft u handvatten gekregen over hoe met uw cliënt in gesprek te gaan over de gevolgen van de KOPP-ervaringen.

11:40

1.09 De verpleegkundig specialist als geflipte T-shaped professional

Anne Delahaije

Anne Delahaije, Verpleegkundig specialist AGZ, Huisartsenzorg, Heerlen, Nederland
Hoofdopleider MANP Zuyd Hogeschool, Heerlen, Nederland

De T-shaped professional is een bekend kader voor de verpleegkundig specialist. Het geeft ons wat grip op context. Het geeft context. Deze context is voor elk individu weer anders. AGZ of GGZ, maar ook 1e lijns of 2e lijns zorg, chronisch of acuut.

En toch is de T-shaped het model dat ons houvast geeft als de context verandert.

De horizontale balk is onze gemene deler: deze generalistische bekwaamheden tellen voor ons allen.

Het blijkt moeilijk voor verpleegkundig specialisten om deze bekwaamheden goed tot uitvoer te brengen. Doe je dit apart? Ga je deze onderdelen los zien van elkaar en los van je deskundigheidsgebied? Of implementeer je juist alle onderdelen in je dagelijkse werk? Wat zegt dit over de visie op je rol als VS? En in welke context is dit?

Moeten we ons kader (de T-shaped professional) wellicht in een andere context plaatsen en deze flippen? Verandert een ander kader dan je visie op hoe je je competenties inzet?

Deze workshop gaat in dialoog met de groep: hoe kijk je naar je rol als VS, hoe onderscheid je je van de andere zorgprofessionals en hoe kun je meer grip krijgen hierop?

Door de dialoog met elkaar aan te gaan over een nieuw perspectief, kan iedereen elkaar inspireren en leren van elkaar.

Na deze sessie:

  • Heb je zicht op hoe je je eigen rolontwikkeling binnen jouw context kunt beïnvloeden
  • Heb je inspiratie om je rolontwikkeling als VS in je eigen context verder vorm te geven.
  • Heb je handvatten om je visie op je rol als VS verder uit te voeren.

12:25

Lunchpauze

Lunchen, netwerken

13:25

Parallelronde 2

Parallelronde 2 || Hybride sessies

Deze sessies worden hybride aangeboden (zowel online als fysiek op locatie)

13:25

2.01 volgt

13:25

2.02 Het belang van de eerste duizend dagen voor latere gezondheid. Alles wat je wilde weten maar nog nooit hebt durven vragen

Ruurd van Elburg

Ruurd van Elburg, Hogeschool docent MANP, Hogeschool Utrecht, Utrecht, Nederland
Bijzonder hoogleraar Early Life Nutrition, Amsterdam UMC locatie AMC, Amsterdam, Nederland
Hogeschool docent MANP, Hogeschool Leiden, Leiden, Nederland

In een tijd waarin kostenbeheersing in de zorg steeds belangrijker wordt gaan we steeds meer kijken naar preventie van ziekte. De eerste duizend dagen van conceptie tot de leeftijd van 2 jaar vormen de basis van ons verdere leven kortom hoe we gezond op kunnen groeien en hopelijk oud mogen worden en is daarmee ontzettend belangrijk voor de context van onze gezondheid gedurende ons leven.

In deze interactieve workshop gaan we aan de hand van een aantal voorbeelden uit de eerste duizend dagen zoals conceptie, zwangerschap, wijze van geboorte, voeding van aanstaande moeder en kind en blootstelling aan antibiotica in op de effecten op groei en ontwikkeling van het kind en daarmee de invloed op latere gezondheid.

Actieve deelname waarbij je alle vragen kunt stellen die betrekking hebben op de eerste duizend dagen zullen je kennis vergroten zodat je in de toekomst nog beter de context begrijpt en daarmee patiënten kunt begeleiden en behandelen in de allerbelangrijkste fase van hun leven!

Leerdoelen:

  • Inzicht in het concept van de eerste duizend dagen (wat is het, wat maakt het zo bijzonder)
  • Het principe van “nature versus nurture” (aanleg versus omgevingsfactoren) in de eerste 1000 dagen spelen belangrijke rol in het verdere leven
  • Rol van microbiota en het afweersysteem op het ontwikkelende kind
  • Gezondheid later in de context van de eerste 1000 dagen

13:25

2.03 Uit de spreekkamer, de woonkamer in; het geriatrisch assessment in de thuissituatie van ouderen

Drs. Laura Lodder-Buijs

Drs. Laura Lodder-Buijs, Verpleegkundig specialist AGZ, 1ste lijn, Aafje, Rotterdam, Nederland

‘Uit de spreekkamer, de woonkamer in’ zorgt voor een kijkje in de context waarin de oudere dagelijks functioneert. In onze presentatie willen we het geriatrisch assessment door de verpleegkundig specialist in de thuissituatie presenteren, met praktische tips en tricks om de situatie van de patiënt in kaart te brengen. Hoe stel je de juiste vragen om goed zicht te krijgen op het functioneren van deze oudere? Waarbij het gesprek met de patiënt, oriënterend psychiatrisch onderzoek en oriënterend neurologisch onderzoek aan bod komt.
Maar ook mantelzorgers leveren input over het functioneren en de context van de oudere. Evenals betrokken professionele zorg (denk aan thuiszorg, welzijn) en huisarts.
Door middel van beeldmateriaal uit bestaande praktijksituaties willen we het belang van die context nog beter laten zien.
En natuurlijk komt ook onze eigen positie aan de orde. Het functioneren van de VS bestaat niet zonder andere zorgverleners in de eerste lijn. We hebben daar de afgelopen jaren een ontwikkeling in doorgemaakt. Het doen van consulten in de eerste lijn was tot voor redelijk kort een taak die binnen Aafje alleen bij de specialist ouderengeneeskunde lag. Het is zinvol om ook die context te schetsen mocht je net als wij stappen willen ondernemen buiten de muren van het verpleeghuis of ziekenhuis.

Na afloop van de parallelsessie:

  • Kan de verpleegkundig specialist benoemen wat er nodig is om een geriatrisch assessment in de thuissituatie te doen,
  • De verpleegkundig specialist heeft handvatten om bij verschillende consultaanvragen, verschillende onderzoeksmethoden te hanteren om de context van de oudere patiënt in kaart te brengen,
  • De verpleegkundig specialist kan benoemen wat de thuissituatie en het netwerk van de patiënt bijdraagt aan dit geriatrisch assessment
  • De verpleegkundig specialist is op de hoogte van de meest voorkomende consultaanvragen over ouden binnen de eerste lijn,
  • De verpleegkundig specialist heeft handvatten voor het opstarten van huisbezoeken in het landschap van andere zorgverleners in de eerste lijn.

13:25

2.04 Bekostigingskader geestelijke gezondheidszorg (ggz) en mogelijkheden registratie van zorg door de VS

Mr. drs. Stijn van Geleuken, drs. Rutger Metselaar en Mr. drs. Aliënde van Goor

Mr. drs. Stijn van Geleuken, Beleidsmedewerker, Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht, Nederland
drs. Rutger Metselaar, Data wetenschapper, Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht, Nederland
Mr. drs. Aliënde van Goor, Jurist gezondheidsrecht, Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Utrecht, Nederland
Verpleegkundig specialist AGZ

Deze sessie richt zich op de VS werkzaam in de context van de geestelijke gezondheidszorg.

Algemene opening

  • NZa als Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) met de directies en verschillende sectoren gezondheidszorg.

Specifiek deel

  • Bekostiging geestelijke gezondheidszorg.
  • Bekostigingskader verleden en heden en in die context van het bekostigingskader ggz de registratie van zorg door de VS (incl. praktijkvoorbeelden).

Afronding met een discussie

Leerdoelen:

  • Uitbreiden van kennis m.b.t. de bevoegdheden en werkzaamheden van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
  • Uitbreiden van kennis m.b.t. het bekostigingskader geestelijke gezondheidszorg (ggz)
  • Uitbreiden van kennis m.b.t. de registratie van zorg door de VS (en PA) binnen de context van het bekostigingskader geestelijke gezondheidszorg

13:25

2.05 De groene GGZ, de omgeving doet ertoe!

Robert Meijburg

Robert Meijburg, Verpleegkundig specialist GGZ, Parnassia Groep, Haaglanden, Nederland

Mensen die wonen en werken in een groene omgeving voelen zich fysiek en psychisch gezonder, dan mensen die wonen en werken in een niet groene omgeving.
Het concept “Groene GGZ” is een initiatief van Nature For Health en IVN Natuureducatie.
Samen met onder meer tussen twaalf GGZ-instellingen, zorgverzekeraar CZ wordt er gewerkt aan duurzame bebouwing op terreinen en het betrekken van de natuurlijke omgeving in behandelingen.

De Groene GGZ heeft vijf pijlers:
1. Bevordering biodiversiteit
2. Meer natuur in de behandelingen
3. Vitale medewerkers
4. Integratie met de buurt
5. Delen van ervaringen en expertise

In deze sessie worden de pijlers kort toegelicht en ligt het accent op de voordelen van “buiten behandelen” van patiënten binnen de GGZ. Het buiten behandelen staat voor een omgeving/ context waarin beleving, verwerking en activatie als een katalysator werken voor een behandeling.

Verpleegkundigen zijn dé verantwoordelijken voor het vormgeven van een therapeutisch binnen en buitenklimaat. Verpleegkundig specialisten kunnen tijdens het vormgeven van een behandeling gebruik maken van natuurlijke elementen, materialen, metaforen om de behandeling te ondersteunen. D.m.v. activatie wordt op een natuurlijke manier duidelijke gemaakt hoe men het effect van activatie kan ervaren.

In de workshop wordt evidence voor het concept “groene GGZ” afgewisseld met een groene ervaring en beelden van groene behandelvormen.

Leerdoelen

  • Kennismaken met het concept van de “Groene GGZ”.
  • Elke deelnemer krijgt praktische handvaten om binnen elke setting van de GGZ gebruik te maken van een groen therapeutisch klimaat, geïntegreerd binnen een reguliere behandeling.
  • De deelnemers krijgen skills om op instellingsniveau mee te bouwen met de bouwstenen van de “Groene GGZ”.

Parallelronde 2 || Fysieke sessies

Deze sessies worden enkel fysiek op locatie aangeboden

13:25

2.06 Gepaste en doelmatige zorg: over de rol van de verpleegkundig specialist in het begrensd behandelen van patiënten met persoonlijkheidsstoornissen binnen de kaders van GIT-PD

Michiel Mansfeld

Michiel Mansfeld, Verpleegkundig specialist GGZ, Altrecht, Utrecht, Nederland 

Eindigheid van zorg speelt een steeds nadrukkelijkere rol in de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen; we moeten bij voorkeur kort en krachtig behandelen en niet ‘eindeloos’ doorgaan.

De financiering van onze geestelijke gezondheidszorg staat onder druk. En dat is nog zacht uitgedrukt. Om ziektekosten beheersbaar te houden dienen tegenwoordig opnames te worden voorkomen, bedden afgebouwd en mogen ambulante behandeltrajecten niet altijd meer worden verlengd.

Maar is er wel voldoende wetenschappelijke evidentie om kortere (poli)klinische interventies te rechtvaardigen? Hoe lang is kort eigenlijk? En bij welke indicaties? Weten we echt wat goede redenen zijn om een persoonsgerichte psychotherapie of farmaco-therapeutische interventie eerder dan gewoonlijk te kunnen/mogen beëindigen? Wanneer zijn doelen bereikt? Wanneer is het genoeg? Wanneer te veel van het goede? En hoe rond je op een goede manier een lopende behandeling af? Maar ook: wanneer is het juist terecht om toch ‘nog even door te gaan’?

Guideline Informed Treatment-Personality Disorders, oftewel het GIT PD model lijkt op deze vragen antwoorden te geven en te kunnen voorzien in gepaste en doelmatige zorg: de belangrijkste basisprincipes van GIT PD zijn: een integrale probleembenadering, focus op generiek werkzame factoren, integratie van specifieke methodische interventies, het belang van de therapeutische houding, contracteren en teamgericht werken, samenwerking met de patiënt en vooral oog hebben voor de context van de patiënt (Aalders & Soleman, 2019).

In mijn presentatie wil ik onder andere stilstaan bij indicatoren en factoren die een rol spelen bij het succesvol en effectief beëindigen van een GIT-PD behandeling en welke rol de verpleegkundig specialist hierin kan vervullen. Bij begrensd behandelen wordt vooral ingezet  op hoe de zorg te organiseren is en hoe de behandelaar ondersteund kan worden daarin verantwoorde keuzes te maken (Hahn, Mansfeld & Aalders, 2019).

Goldfried (2002) benadrukt het belang om patiënten in therapie tijdig voor te bereiden op afscheid en eindigheid van de behandeling. Er is aandacht voor hoe te anticiperen op rouw en hoe verwachtingsmanagement kan worden ingezet.

Verder zal worden ingegaan op overdrachtelijke fenomenen, de impact van het beëindigingsproces voor zowel de patiënt als de behandelaar,  de rol van het netwerk, afscheidsrituelen en het gebruik van een module gericht op effectieve uitstroom en een leven zonder therapie. Hierin heeft het handhaven en/of verbeteren van leefstijl prioriteit (Mansfeld, 2019).

Leerdoelen:

  • Deelnemers weten wanneer en hoe een behandeling in deze context kan wordt beëindigt
  • Deelnemers kunnen verwoorden wat zinnige zorg is
  • Deelnemers beschikken na deze presentatie over kennis van hoe een GIT PD-behandeling er formeel en inhoudelijk (in een notendop)
  • Deelnemers begrijpen dat duidelijke kaders voor een succesvolle, effectieve behandeling, nodig zijn
  • Deelnemers kunnen aangereikte tips en adviezen toepassen in de dagelijkse praktijk

13:25

2.07 Nierschade en de relevantie voor de verpleegkundig specialist

Bettie Hoekstra

Bettie Hoekstra, Verpleegkundig specialist AGZ, afdeling nefrologie, Maasstad Ziekenhuis, Rotterdam, Nederland

Nierschade is een onderschat ziektebeeld. Veel mensen hebben enige vorm van nierschade, maar een klein deel ondervindt daarbij een noodzaak tot een vergaande behandelinterventie. Wat houdt nierschade in en welke rol speelt de verpleegkundig specialist (VS) in een werkveld dat wordt gedomineerd door multimorbiditeit, sociale problematiek en financiële risico’s?

Ongeveer 1 op de 20 mensen heeft een vorm van nierschade¹. Dit kan prima in de 1e lijn worden begeleid, totdat er sprake is van progressieve achteruitgang, fors eiwitverlies in de urine of een acute nierschade. Dan is er een landelijk transmurale afspraak waarin verwijsafspraken naar de 2e lijn zijn vastgelegd. De medische zorg wordt dan overgenomen, waarbij er sprake is van verschillende complexiteit afhankelijk van oorzaak en gevolg van de nierschade.
Binnen zowel 1e als 2e lijn speelt de VS een rol in de cure en care bij nierschade. Door de diversiteit zijn zij op verschillende onderdelen actief. Om kennis en kunde te behouden en verspreiden, competenties te ontwikkelen, toetsing te laten plaatsvinden en te netwerken is een eigen netwerk opgericht.

Wij willen jullie in vogelvlucht meenemen in wat nierschade is, welke gevolgen nierschade heeft en hoe belangrijk leefstijlinterventies zijn, welke behandelopties er zijn wanneer er sprake is van nierfalen. Vooral wat kan de VS met haar specifieke competenties⁵´⁶ betekenen binnen zo’n ingewikkeld werkveld?

Na de sessie is:

  • De deelnemer op de hoogte van wat nierschade/ nierfalen is, zijn leefstijl interventies en behandelopties benoemd.
  • De deelnemer in staat de complexiteit van het ziektebeeld te begrijpen en in te schatten wanneer intercollegiaal overleg nodig is binnen de 1e lijn, tussen 1e en 2 lijn, dan wel tussen VS onderling of met een nefroloog.
  • Voor de deelnemer duidelijk dat de VS met haar specifieke competenties uitermate geschikt is om de care en waar mogelijk cure voor de patiënt te ondersteunen en als “spin” de zorg rondom de nierschade en nierfalenpatiënt te stroomlijnen.

13:25

2.08 Is de vrijgevestigde verpleegkundig specialist ook echt vrij gevochten?

Marinka Vonk en Samantha de Bruin

Netwerk VS ZZP
Marinka Vonk, Verpleegkundig specialist GGZ, Msc
Samantha de Bruin,Verpleegkundig specialist AGZ, Msc

Deel 1: Wat kan jou onderscheiden als zelfstandig ondernemer?

Wat maakt dat je als Verpleegkundig Specialist als zelfstandige gaat werken?

Steeds meer verpleegkundig Specialisten gaan aan de slag als vrijgevestigde VS, omdat het een mooie uitdaging is je zelfstandige behandel bevoegdheid optimaal in te kunnen zetten in de omstandigheden die het beste bij jou passen. OP dit moment is er veel discussie over ZZP’ers in de zorg. Naar welke uitdagingen kijken we als vrijgevestigde VS? Wat hebben we nodig om ons ook vrijgevochten te (blijven) voelen?

Criteria die door Ministerie worden genoemd voor zelfstandig ondernemerschap:

  • Geen gezag
  • Geen inbedding in de organisatie
  • Zelfstandig ondernemerschap

Ben je pas een zelfstandig ondernemer als je een eigen praktijk hebt?

Of kan het ook in de vorm van een specialisatie? Waarin kun jij je specialiseren?

Welke expertise eigen jij jezelf toe en maak jij kenbaar naar de buitenwereld?

Wat kan jou onderscheiden als zelfstandig ondernemer?

Deel 2: Hoe kun je jouw positie beschermen als verpleegkundig specialist in vorm van zelfstandig ondernemerschap?

Ondanks dat een zorgverlener in de functie van verpleegkundig specialist heeft gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap, is dit ook gewoon hard werken. Het kan soms voelen dat je niet meer bij een organisatie hoort, maar is dit het gevoel of ook de waarheid? Wij willen graag onze functie en positie beschermen en ondanks het ‘zelfstandig ondernemerschap’ willen wij ook onze mening kunnen én durven geven om de kwaliteit van zorg te blijven ontwikkelen.

Waar zit onze cirkel van invloed als vrijgevestigde VS, waar zit onze kracht?

Leerdoelen:

  • Verpleegkundig specialisten krijgen inzicht hoe zij zich kunnen onderscheiden als zelfstandig ondernemer in de zorg.
  • Verpleegkundig Specialisten weten hun positie en krijgen inzicht in hoe zij deze positie kunnen beschermen.
  • Verpleegkundig Specialisten krijgen inzicht in hun netwerk en cirkel van invloed en hoe zij dit in de praktijk kunnen inzetten.

13:25

2.09 Acute cardiologische zorg in de context van de keten

Rudolf Tolsma

Rudolf Tolsma, Verpleegkundig specialist AGZ, Ambulance IJsselland, Zwolle, Nederland

Zorg voor patiënten met acute klachten van pijn op de borst is uitdagend. Het kiezen van het juiste zorgpad is een belangrijk onderwerp in de huisartsen- en ambulancezorg en op de spoedeisende hulp afdeling van het ziekenhuis.
Ontwikkelingen in risicostratificatie en troponine bepalingen maken dat veranderingen aanstaande lijken om de juiste zorg op de juiste plaats te leveren. Dit heeft invloed op de hele keten van acute zorg.

Daarnaast is het altijd belangrijk kritisch te blijven op protocollair geleverde zorg. Is de geleverde zorg het meest optimaal voor de patiënt, of zijn er nieuwe inzichten?
Naar aanleiding van recent uitgevoerd onderzoek blijkt dat een ogenschijnlijk simpele aanpassing van pijnbestrijding bij patiënten met een acuut hartinfarct bijdraagt aan een positief effect voor de meest belangrijke doelen in de behandeling van deze patiënten.

Kortom: belangrijk toekomstperspectief in de context van de hele acute zorgketen!

Leerdoelen:

  • De deelnemer kent de rol van high-sensitive troponine bij het uitsluiten van een acuut coronair syndroom.
  • De deelnemer kan het belang aangeven van samenwerking in de acute zorgketen in het zorgpad voor patiënten met pijn op de borst, dit om onder andere het probleem van drukke en overvolle SEH’s te bestrijden.
  • De deelnemer kent de meest belangrijke doelen in de behandeling van een patiënt met een acuut hartinfarct (STEMI).
  • De deelnemer kan de mogelijk nadelige effecten van opioïden op optimale trombocytenaggregatieremming benoemen bij patiënten met een STEMI.
  • De deelnemer weet hoe een ogenschijnlijk simpele medicamenteuze wijziging in de behandeling van STEMI-patiënten voordelen kan hebben voor de individuele patiënt.

13:25

2.10 Posterpresentaties

Tijdens deze sessie worden de posterpitches gegeven.

14:10

Middagpauze

Netwerken, koffie, thee en lekkers

14:40

Parallelronde 3

Parallelronde 3 || Hybride sessies

Deze sessies worden hybride aangeboden (zowel online als fysiek op locatie)

14:40

3.01 Bekwaamheid in de toekomst. Jouw persoonlijke context wordt bepalend voor je herregistratie

Bas Vogel en A. Bouwman

Bas Vogel, Secretaris Registratiecommissie Specialismen Verpleegkunde, V&VN, Utrecht, Nederland
A. Bouwman,
Adviseur team Leden & Registers, V&VN, Utrecht, Nederland

Als verpleegkundig specialist moet je je iedere vijf jaar ‘herregistreren’. Dat doe je door aan te tonen dat je voldoende werkervaring hebt en dat je voldoende deskundigheidsbevordering hebt opgedaan. De hoeveelheid deskundigheidsbevordering is nu nog strak genormeerd in geaccrediteerde bij- en nascholing, intercollegiale toetsing en overige deskundigheidsbevorderende activiteiten.

Maar wat zou er gebeuren als je veel meer vrijheid kreeg om zelf te bepalen wat je nodig hebt om een goede verpleegkundig specialist te blijven? Dat is de kern van het experiment dat dit jaar wordt uitgevoerd: 30 verpleegkundig specialisten gaan een nieuwe herregistratiemethode testen, waarbij zij meer vrijheid hebben om zelf te bepalen wat ze nodig hebben om bekwaam te blijven. In juni 2023 is hiervoor een pilot gestart.

Tijdens deze sessie vertellen we over de opzet van de pilot en de eerste ervaringen van de 30 verpleegkundig specialisten.

Ook gaan we met de aanwezigen in gesprek over de vraag hoe je de extra vrijheid in je beroepsportfolio kunt gebruiken om bekwaam te blijven binnen de context van je huidige werk.

Na afloop van de sessie hebben de deelnemers:

  • Hun kennis vergroot over de toekomstige ontwikkelingen van hun wettelijke herregistratie als verpleegkundig specialist.
  • Hun mening gegeven en gevormd over de versterking van de zelfregie van verpleegkundig specialisten.
  • Aangegeven hoe de context van hun beroep een rol kan spelen bij het onderhouden van hun bekwaamheid.

Uitkomsten van een pilot met 30 verpleegkundig specialisten die zelf de regie hebben gekregen om hun herregistratie-eisen in te vullen.

14:40

3.02 Marketing van nieuwe geneesmiddelen: (hoe) word je beinvloed?

Marloes Dankers

Marloes Dankers, Apotheker, Instituut Verantwoord Medicijngebruik, Utrecht, Nederland

Elk jaar komen er nieuwe geneesmiddelen op de markt. De marketing van nieuwe geneesmiddelen door de farmaceutische industrie verloopt op diverse manieren. Eén van de ingezette instrumenten zijn marketingbrochures en advertenties in medische tijdschriften. De meeste zorgverleners zullen stellen dat zij zich niet laten beïnvloeden door dergelijke advertenties en brochures. Toch weten we dat deze materialen wel degelijk bijdragen aan beïnvloeding. Achter de marketingmaterialen gaat vaak een hele wereld schuil van beïnvloedingsprincipes. In deze interactieve sessie gaan we met elkaar de marketingmaterialen onderzoeken. Wat staat er? En nog belangrijker: op welke manieren proberen deze marketingmaterialen jouw beeld van geneesmiddelen te beïnvloeden? Na deze sessie weet je de verschillende beïnvloedingsstrategieën in marketingmaterialen beter te herkennen.

De deelnemers:

  • herkennen de verschillende marketingactiviteiten van farmaceutische bedrijven.
  • kunnen beïnvloedingsstrategieën in marketingmaterialen over nieuwe geneesmiddelen herkennen
  • begrijpen hoe marketingmaterialen hun beeld van geneesmiddelen proberen te beïnvloede
  • Herkennen van beïnvloedingsstrategieën in marketingmaterialen over nieuwe geneesmiddelen

14:40

3.03 Leiderschap van de VS GGZ in een nieuwe context

Virginie van Boven

Virginie van Boven, Verpleegkundig specialist GGZ, Reinier van Arkel, s-Hertogenbosch, Nederland

De gezondheidszorg staat voor grote uitdagingen met een toename van zorgvragen en een arbeidsmarkt die onder grote spanning staat.

Om goede kwaliteit van zorg voor de toekomst te behouden en om kosten beheersbaar te maken zullen we nieuwe wegen gaan bewandelen. De ontwikkeling van netwerkzorg wordt daarom op allerlei manieren aangewakkerd en is het hoofddoel in het Integraal Zorgakkoord (Rijksoverheid, 2022).

In de specialistische geestelijke gezondheidszorg vinden in vrijwel alle organisaties strategische veranderingen plaats gericht op het vormgeven van netwerkzorg. Niet alleen vanwege de lange wachtlijsten en personele problemen, maar ook omdat er een fundamentele verandering gaande is in de manier waarop we kijken naar mentale gezondheid. Diagnose specifieke zorgpaden maken plaats voor een meer persoonlijke, cliëntgerichte benadering in nauwe samenwerking met het sociaal domein en de eerste lijn.

In de noodzakelijke hervorming rijzen complexe vraagstukken op behandelinhoudelijk en bedrijfskundig vlak. Zorgprofessionals worden uitgedaagd pro-actief te zijn bij het beantwoorden van deze vraagstukken en de leiding te nemen in innovatie. Maar hoe zou dat leiderschap er uit moeten zien en wat mag je ervan verwachten? Hoe geeft de verpleegkundig specialist GGZ vorm aan de rol van leider in het beroepsprofiel?

Virginie van Boven doet onderzoek naar het leiderschap van regiebehandelaren in de GGZ. Dit onderzoek kan bijdragen aan beleidsontwikkelingen rondom het faciliteren en positioneren van leiderschap van zorgprofessionals. Het kan handvatten bieden voor beleid van de beroepsvereniging en opleidingen en inzichten ten behoeve van herregistratie-eisen. Het kan bijdragen aan visie van diverse stakeholders op het leiderschap door zorgprofessionals.

Virginie van Boven presenteert op het jaarcongres graag de resultaten van dit onderzoek, dat is verricht in het kader van de opleiding Master Health Business Administration (Erasmus Centrum voor Zorgbestuur).

De deelnemer:

  • Verkrijgt inzicht in de strategische vraagstukken in de geestelijke gezondheidszorg.
  • Verkrijgt inzicht in de wijze waarop de VS GGZ praktisch invulling kan geven aan leiderschap.
  • Verkrijgt inzicht in de bevorderende en belemmerende factoren voor het leiderschap van de VS GGZ

14:40

3.04 Bekostigingskader eerstelijns zorg (ez) en langdurige zorg (lz) en mogelijkheden registratie van zorg door de VS

Drs. Pieter van Paridon, Drs. Aniek Goedmakers en Mr. drs. Aliënde van Goor

Drs. Pieter van Paridon, Beleidsmedewerker, Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht, Nederland
Drs. Aniek Goedmakers, Beleidsmedewerker, Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht, Nederland
Mr. drs. Aliënde van Goor, Jurist gezondheidsrecht, Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Utrecht
Nederland en verpleegkundig specialist AGZ

Deze sessie richt zich op de VS werkzaam in de context van de eerstelijnszorg en de langdurige zorg.

Algemene opening

  • NZa als Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) met de directies en verschillende sectoren gezondheidszorg.

Specifiek deel

  • Bekostiging geestelijke eerstelijnszorg en langdurige zorg .
  • Bekostigingskader en in die context de registratie van zorg door de VS (incl. praktijkvoorbeelden).
  • Bekostiging Passende Zorg

Afronding met een discussie

Leerdoelen:

  • Uitbreiden van kennis m.b.t. de bevoegdheden en werkzaamheden van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
  • Uitbreiden van kennis m.b.t. het bekostigingskader eerstelijns zorg en langdurige zorg
  • Uitbreiden van kennis m.b.t. de registratie van zorg door de VS (en PA) binnen de context van het bekostigingskader eerstelijns zorg en langdurige zorg

14:40

3.05 Be antibiotics aware, smart use best care. Het correct voorschrijven van antibiotica in de dagelijkse praktijk van de verpleegkundig specialist

Diane Struik en Denise Heida

Diane Struik, Verpleegkundig specialist AGZ, afdeling infectieziekten, Maasstad Ziekenhuis, Rotterdam, Nederland
Denise Heida

In 1928 ontwikkelde Alexander Fleming penicilline. Een revolutie in de behandeling van infecties. Ondanks deze ontwikkeling begon eind jaren veertig een nieuwe uitdaging: de antibiotica resistentie. In 2011 luidde de World Health Organization (WHO) al de noodkreet. Antibiotica resistentie staat in de top 10 wereldwijde bedreigingen voor de volksgezondheid waarmee de mensheid wordt geconfronteerd. Dit is dan ook de aanleiding vanuit de WHO om antibiotic stewardship door te voeren in de gezondheidszorg wereldwijd.

Antibiotic stewardship bestaat uit maatregelen om onnodig of onjuist gebruik van antibiotica te beperken en daarmee resistentieontwikkeling tegen te gaan, klinische uitkomsten te verbeteren en kosten te verminderen. Een essentieel onderdeel hiervan is correct voorschrijven van een antibioticum.

Het correct voorschrijven van antibiotica wordt bewerkstelligd door het toepassen van een aantal basisprincipes namelijk: terechte indicatie, juiste middel, dosis, duur of toedieningsroute. Echter in de praktijk blijkt dat richtlijnen die zijn gebaseerd op deze basisprincipes, niet voldoende worden nageleefd. Circa 30-50% van de voorschreven antibiotica zijn onjuist (denk aan onterechte indicatie, verkeerd middel, dosis, duur of toedieningsroute).

De verpleegkundig specialisten zijn anno 2023 niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk in verschillende werkvelden. De verpleegkundig specialist is zelfstandig behandelaar met een zelfstandige bevoegdheid en is verantwoordelijk voor het bieden van een integrale behandeling op basis van klinisch redeneren. De behandeling heeft zowel verpleegkundige als medische raakvlakken. Daarbij is de voorbehouden handeling “voorschrijven van UR-geneesmiddelen” een belangrijk onderdeel. Verpleegkundig specialisten zijn trots voorschrijvers te zijn.
De individuele actie van de verpleegkundig specialist in de praktijk is een belangrijke schakel in de grote context van de mondiale strijd tegen antibiotica resistentie. Antibiotic stewardship moet dan ook geïntegreerd worden in de dagelijkse de praktijk van voorschrijvers.

Ons doel met de paralelsessie is het bewustzijn van de verpleegkundig specialist te vergroten door het belang te laten inzien van zijn/haar individuele acties binnen de grotere context van wereldwijde antibiotica resistentie. Verder willen wij de verpleegkundig specialist in zijn/haar kracht zetten als voorschrijver van antimicrobiële middelen op een veilige en goede manier!

Leerdoelen:

  • Kennis van antibiotic stewardship
  • Bewustwording van wereldwijde antibiotica resistentie
  • Theoretische verdieping van de werking van antibiotica
  • Correct voorschrijven van een antibioticum
  • Antibiotic Stewardship.

Parallelronde 3 || Fysieke sessies

Deze sessies worden enkel fysiek op locatie aangeboden

14:40

3.06 Een clozapinepoli: lessons learned

Amy Jongkind en Laura Gielen

Amy Jongkind, Verpleegkundig specialist GGZ, Reinier van Arkel, ’s Hertogenbosch
Laura Gielen, Verpleegkundige in opleiding tot specialist GGZ, GGZ Ingeest, Amsterdam

Clozapine is het meest effectieve antipsychoticum voor patiënten met therapieresistente schizofrenie (TRS). Clozapine is een complex medicijn waardoor patiënten, die clozapine gebruiken vaak in behandeling blijven in de specialistische GGZ (S-GGZ). Reinier van Arkel heeft in 2016 een nursed-led clozapinepoli opgericht voor patiënten die clozapine gebruiken, maar psychiatrisch stabiel zijn. Vanwege zorgen over de continuïteit en kwaliteit van zorg, werd de clozapinepoli in januari 2022 opgeheven. Tijdens de workshop wordt het implementatieverloop, de patiëntenpopulatie, het behandelverloop en de patiënttevredenheid besproken. We eindigen met de geleerde lessen waardoor de zorg doelmatiger georganiseerd kan worden voor cliënten die clozapine gebruiken, maar geen intensieve behandeling meer nodig hebben.

Na de workshop weten deelnemers:

  • Op welke manier de clozapinepoli binnen Reinier van Arkel werd geïmplementeerd
  • Wat kenmerken waren van patiënten die daar in zorg waren
  • Hoe de behandeling van patiënten er binnen de clozapinepoli heeft uitgezien
  • Hoe tevreden patiënten waren met de behandeling binnen de clozapinepoli
  • Welke lessen we kunnen trekken uit de ervaringen die binnen Reinier van Arkel met de clozapinepoli werden opgedaan.
  • Op welke manier de zorg doelmatiger georganiseerd kan worden voor cliënten die clozapine gebruiken, maar geen intensieve behandeling meer nodig hebben.

14:40

3.07 Vrouwelijke genitale verminking. Onbesproken, onbehandeld

Wilma van der Ham

Wilma van der Ham, Verpleegkundig specialist AGZ, GZA, Rotterdam, Nederland

In Nederland verblijven veel vrouwen die vrouwelijke genitale verminking (VGV) hebben ondergaan in het land van herkomst. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen barrières ervaren als zij hulp zoeken voor hun klachten ten gevolge van VGV. Vrouwen die VGV hebben ondergaan kennen de Nederlands context niet en kennen de context/ de relatie tussen de VGV en hun klachten op lichamelijk/psychisch en sociaal gebied niet Daarnaast ervaren veel zorgverleners handelingsverlegenheid door gebrek aan kennis van de context van de situatie van de patient; namelijk het ontbreken van voldoende kennis en vaardigheden om de hulpvraag te signaleren, te bespreken en passende hulp te bieden. Om barrières en handelingsverlegenheid te beïnvloeden is inzicht in de context van VGV noodzakelijk.
In een workshop over VGV wordt onder andere aandacht besteed aan de risicolanden voor VGV, de vormen en de gevolgen van VGV en aan het signaleren, bespreken en bieden van hulp rondom dit onderwerp.

Leerdoelen:

  • De zorgverlener kent de verschillende type VGV.
  • De zorgverlener kent de risicolanden voor VGV.
  • De zorgverlener kent de lichamelijke gevolgen van VGV.
  • De zorgverlener kent de psychische gevolgen van VGV.
  • De zorgverlener kent de sociale gevolgen van VGV.
  • De zorgverlener kent de mogelijke ingangsklachten van complicaties van VGV.
  • De zorgverlener kent de evidence based zorg voor complicaties van VGV.
  • De zorgverlener is zich bewust van de persoonlijke opvattingen en emoties bij VGV
  • De zorgverlener is in staat om hun persoonlijke opvattingen en emoties bij VGV te hanteren tijdens het consult.
  • De zorgverlener is in staat om op een cultureel sensitieve wijze te informeren naar VGV in de voorgeschiedenis van de vrouw.
  • De zorgverlener is in staat om tijdens lichamelijk onderzoek het type VGV te identificeren en te registreren in het HIS
  • De zorgverlener is in staat om evidence based zorg te bieden of te organiseren voor vrouwen die VGV hebben ondergaan.

14:40

3.08 Patiënten met een verstandelijke beperking in de AGZ/GGZ spreekkamer: een handicap voor de verpleegkundig specialist?

Maja van Trigt

Maja van Trigt, Verpleegkundig specialist AGZ, Advisium Midden Nederland, ’s HeerenLoo, Nijkerk, Nederland

Abstract sessie
De inhoud van de sessie gaat specifiek over de patiënt met een verstandelijke beperking (IQ < 70), maar de informatie is zeker ook bruikbaar bij zwakbegaafde (IQ 70-85) patiënten.

Het hebben van basale kennis van de medische problematiek van deze patiëntengroep en het weten hoe aan te sluiten bij deze groep, komt ten goede aan een optimale zorgverlening van deze doelgroep.
Als de verpleegkundig specialist AGZ/ GGZ bekend is met deze kennis, zal zij bij zichzelf minder beperking/ belemmering (‘gevoel van handicap’) ervaren tijdens de anamnese en het opstellen van een behandelplan.

Doelgroep
1 op de 17 Nederlanders heeft een verstandelijke beperking (IQ < 70). Een grote groep heeft een licht verstandelijke beperking (IQ 50-70). Aan deze groep zie je niet dat zij een verstandelijke beperking hebben. Zij zullen er vaak alles aan doen om dit ook niet te laten blijken waardoor zij worden overschat. Uit onderzoek is gebleken dat zij een grotere kans hebben op het ontwikkelen van GGZ problematiek. De Verpleegkundig specialist werkzaam binnen de huisartsenpraktijk, ziekenhuis, SEH en GGZ-instelling zal in de praktijk deze kwetsbare doelgroep vaak tegenkomen.

Kennis en aandachtspunten
De zorg voor mensen met een verstandelijke beperking vraagt specifieke kennis en aandachtspunten voor de hulpverlener. Een anamnese en/of diagnose stellen vraagt om breed kijken en extra inspanning, geduld en tijd. Mensen met een verstandelijke beperking vragen om een eigen benadering, zowel communicatief en sociaal-maatschappelijk als medisch inhoudelijk. Het is bekend dat er binnen de zorg van mensen met een verstandelijke beperking sprake is van over- en onder diagnostiek.

Leerdoelen:

  • Deelnemers kennis laten maken met de kenmerken VB die leiden tot bijzondere zorgbehoeften op medisch gebied binnen het spreekuur
  • Deelnemers kennis laten maken met specifieke handicap gerelateerde gezondheidsproblemen
  • Deelnemers zijn op de hoogte van de aandachtspunten voor de communicatie met mensen met een VB
  • Deelnemers zijn op de hoogte van specifieke aandachtspunten bij de doelgroep EMB en LVB a.d.h.v. casussen
  • Deelnemers nemen een kijkje in het werkveld van de VS binnen de verstandelijk gehandicapten zorg

14:40

3.09 De wederzijdse beïnvloeding van het herstelproces van cliënt en naaste, hoe werkt het resourcegroepenmodel in de praktijk?

Marianne van de Linde

Marianne van de Linde, Verpleegkundig specialist GGZ, Antes Parnassia Groep, Rotterdam, Nederland

Een resource groep ofwel samenwerkingsgsgroep opzetten, is nog steeds niet vanzelfsprekend in de psychiatrie. Hoe werkt dat wanneer (gezond) netwerk niet beschikbaar lijkt te zijn? Wanneer list en bedrog orde van de dag zijn als gevolg van langdurige complexe verslavingsproblematiek of wanneer er sprake is van een hoge EE? Het draait hierbij niet alleen om het herstel van cliënten. Niet zelden moeten de naasten om de cliënt heen ook herstellen. Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt op interactieve wijze geïllustreerd hoe resourcegroepen opgestart kunnen worden in de GGZ waarbij er oog is voor herstel van het gehele systeem.

De VS GGZ is zich na het volgen van deze workshop meer bewust van het belang van een systemische benadering in de dagelijkse praktijk en kan elementen hiervan zelf toepassen volgens het resourcegroepenmodel.

De VS GGZ heeft kennisgenomen van interventies die specifiek ontwikkelt zijn voor cliënten en naasten, zoals het werken met resourcegroepen.

15:25

Middagpauze

Netwerken, koffie, thee en lekkers

Plenair programma || 15:55 17:30

15:55

Houston, we have a problem

16:05

Context van innovatie

Wim Peijbes

16:45

Titel n.t.b.

Spreker n.t.b.

19:00

Congresdiner